In september 2004 blijkt het oude familiebedrijf in deplorabele toestand te verkeren. Vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel besluit ik weer aan boord te stappen maar de teloorgang is een onomkeerbaar proces. Mismanagement en fraude door de mensen die mijn vertrouwen waard leken te zijn, hebben het altijd florerende bedrijf de das omgedaan.

In december 2004 laat ik me weer inschrijven als statutair directeur van Smals B.V., voor slechts tien dagen. Ik vraag zelf het faillissement aan dat nog voor de jaarwisseling door de rechtbank wordt bekrachtigd. In januari 2005 start ik het bedrijf door en verkoop het aan een collega. Deze periode van vier maanden was op z'n zachtst gezegd enerverend, ik heb de gekste dingen meegemaakt, genoeg om een boek mee te vullen.